In de loop van de tijd is een aantal specifieke situaties bekend geworden waarin sprake is van een verhoogde kans op het omlaag vallen van onderdelen van een constructie. Waar sprake is van de volgende specifieke situaties, moeten de betreffende constructies nader worden onderzocht.

Glas
Voor glasconstructies en glazen ruiten geldt dat op basis van NEN 2608 – die daarote door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is aangewezen – een inschatting moet worden gemaakt van de mogelijke risico’s wanneer een glasconstructie bezwijkt. Het Kenniscentrum Glas heeft daar een praktijkrichtlijn voor opgesteld “Richtlijn Betrouwbaarheid Glasconstructies”. Hierin is de methode van Fine and Kinney gebruikt om de risico’s te berekenen. Deze methode wordt vaak gebruikt voor het inschatten van risico’s.

MuWi-vloeren
Enkele honderden scholen in Nederland zijn gebouwd met het zogenoemde MuWi-vloersysteem (ook wel bekend als “balken-broodjesvloer”) . Hierbij bestaat de verdiepingsvloer uit betonnen balkjes waartussen (lichtgewicht) betonnen vulelementen zijn geplaatst. Uit onderzoek naar aanleiding van een losgekomen stuk beton in zo’n school blijkt, dat bij meerdere scholen sprake is van schade aan dit soort vloeren. Indien sprake is van dit vloersysteem, wordt geadviseerd om de gehele onderzijde van de verdiepingsvloeren te controleren op losse onderdelen. Dit kan worden uitgevoerd zoals weergegeven in het “Informatiedocument MuWi-vloeren TNO”.

MuWi-vloersysteem
MuWi-vloersysteem

Steenstrips
Hoewel er al meer dan 30 jaar ervaring is opgedaan met het lijmen van gevels, blijkt het zeer moeilijk om de sterkte en de duurzaamheid gedurende de ontwerplevensduur aan te tonen. Niettemin worden gelijmde gevelelementen steeds vaker toegepast. De afgelopen jaren hebben we meerdere schadegevallen gezien waarbij steenstrips zijn losgekomen van de gevel. Omdat hiervoor in Nederland geen (materiaalgebonden) normen bestaan, heeft het COBc het document “Plan van aanpak controle Structurele verlijming van gevels” opgesteld.  Dit is een leidraad voor de beoordeling door bouwtoezicht, maar ook gebouweigenaren en -beheerders kunnen er hun voordeel mee doen.