In het kader van circulair bouwen ontplooien organisaties en bedrijven veel verschillende initiatieven. In hoofdzaak vinden die hun basis in het verminderen van de milieubelasting en in energiebesparing. Het is belangrijk om de constructieve veiligheid van constructies daarbij niet uit het oog te verliezen. Om tot een circulaire economie te komen, zijn verschillende strategieën mogelijk. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) beschreef deze in de rapportage ‘Circulaire economie in kaart’. De onderstaande figuur toont een samenvatting van de strategieën.

Voor circulair bouwen moeten bouwpartners een aantal van deze strategieën al in de ontwerpfase overwegen, zoals afzien van bepaalde producten, producten efficiënter maken in het gebruik of hergebruik van bestaande producten.

Nieuwe constructies

Bij het ontwerpen van nieuwe constructies kunnen betrokkenen al inspelen op potentieel hergebruik van de totale constructie of  onderdelen daarvan. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang:

  • Documentatie: een goede registratie van de opbouw van de constructie en van de gebruikte materialen is een basisvereiste om in een later stadium de constructieve waarde van de constructie te kunnen bepalen. Denk hierbij aan een soort “Geboortedossier” (zie ook het model Constructief Gebouwdossier van Rijksvastgoedbedrijf).
  • Demontabel bouwen: om constructiedelen later te kunnen hergebruiken, moeten die zodanig kunnen worden gedemonteerd, dat de constructieve waarde behouden blijft. Demontabel bouwen vereist vaak aanvullende maatregelen, met name het waarborgen van de stabiliteit van de constructie.
  • Sensoren: een optie is om sensoren in te bouwen die belangrijke eigenschappen van de constructie in de tijd kunnen volgen.

Hergebruik van onderdelen uit bestaande constructies

Bij hergebruik van onderdelen uit een bestaande constructie is het van belang om de constructieve eigenschappen goed te definiëren. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt  van dossierinformatie. Als deze niet  of onvoldoende beschikbaar is, is onderzoek noodzakelijk.  Hierbij zijn de volgende aspecten van belang:

  • Sommige onderdelen zijn per definitie van hergebruik uitgesloten, zoals voorgespannen bouten (NEN -EN 1090-2:2018 onder 8.5.1).
  • Het bepalen van de draagkracht is soms moeilijk. Dat is oplosbaar door proefbelastingen of de elementen te downgraden.
  • Controleer of er sprake is van aantasting/degradatie, waardoor de constructieve eigenschappen van de onderdelen mogelijk in de tijd zijn afgenomen. Niet-zichtbare schade verdient speciale aandacht, zoals houtaantasting door boktorren of vermoeiingsschade bij stalen onderdelen.
  • Demontage, transport en hermontage moeten altijd een integraal onderdeel zijn van de planvorming voor hergebruik van onderdelen uit een bestaande constructie.

Het hergebruik van onderdelen uit een constructie in nieuwe constructies wordt vooralsnog niet geadresseerd in de huidige regelgeving. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk of in het constructief ontwerp voor deze onderdelen moet worden uitgegaan van de Eurocode voor nieuwbouw of van de NEN8700-serie voor bestaande bouw. KPCV adviseert vooralsnog om uit te gaan van de Eurocode voor nieuwbouw of om projectgebonden onderzoek te doen naar het veiligheidsniveau van de betreffende onderdelen.

Zie voor het onderwerp circulariteit ook de borgingsactie ‘Circulariteit bestaande constructies’ in de fase Gebruik.