De toestand van een bestaand bouwwerk kan aanleiding zijn om de veiligheid te beoordelen. Hierbij kunt u denken aan de volgende specifieke situaties:

  • bij het vermoeden van onvoldoende sterkte;
  • bij het vermoeden van een onvolledig of ondoordacht ontwerp;
  • na een opgetreden bijzondere belasting;
  • bij constatering van schade, grote vervormingen of mogelijke tekortkomingen;
  • bij veranderingen in de draagconstructie;
  • bij ingrijpende verandering van gebruik en daarmee van belastingen of bij verandering van omgeving.

Voor het toetsen van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk maakt u geen gebruik van normen voor het ontwerpen van constructies, maar van NEN 8700 “Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk bij verbouw en afkeuren – Grondslagen”. Deze norm geeft invulling aan de principes, eisen en bepalingsmethoden voor de beoordeling van de constructieve veiligheid en bruikbaarheid van bestaande constructies. Zie voor meer achtergrondinformatie de brochure “Toepassing van NEN 8700 bij betonreparatie en -onderhoud”. U kunt deze TNO-brochure hier downloaden.

Constructieve beoordeling bij scheurvorming in beton
Constructieve beoordeling bij scheurvorming in beton

Voor de aan te houden belastingen kunt u gebruik maken van NEN 8701 “Beoordeling van de constructieve veiligheid een bestaand bouwwerk bij verbouwen en afkeuren – Belastingen”. Het is daarnaast belangrijk om vast te stellen wat de essentiële constructieve eigenschappen zijn van de materialen die in een constructie zijn toegepast. NEN 8702 “Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk bij verbouw en afkeur – Betonconstructies” biedt hiervoor de handvatten. Als het goed is, kunt u de noodzakelijke informatie vinden in het uitvoeringsdossier van het bouwwerk of in rapporten van eerder uitgevoerde onderzoeken. Als deze informatie ontbreekt, is het noodzakelijk om de betreffende materiaaleigenschappen in het werk te controleren of te verifiëren.

Rijkswaterstaat heeft specifieke richtlijnen opgesteld voor de beoordeling van de constructieve veiligheid van kunstwerken: ”Richtlijnen Beoordeling Kunstwerken (RBK), Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand kunstwerk bij verbouw, gebruik en afkeur. Deze “RBK 1.1” kunt u hier downloaden.

Voor de beoordeling van bestaande bruggen en viaducten kunt u sinds september 2019 bovendien de CROW-CUR Aanbeveling 124 raadplegen: “Constructieve veiligheid bestaande bruggen en viaducten van decentrale overheden”. Zie daarvoor ook ons nieuwsbericht over deze publicatie.