Nader in te dienen informatie dient uiterlijk drie weken voor de start van de desbetreffende bouwwerkzaamheden door de aanvrager van de omgevingsvergunning te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. De opdrachtgever of D&B-aanbieder draagt deze taak meestal op aan de coördinerend constructeur. Afhankelijk van de omstandigheden en contractuele verhoudingen is het ook mogelijk dat de taak bij het uitvoerend bedrijf berust.

De praktijk leert dat de periode van drie weken te kort is, vooral wanneer het bevoegd gezag fouten of tekortkomingen constateert die voor de start van de uitvoering moeten worden hersteld. Afkeuring van nader ingediende gegevens leidt al snel tot vertragingen in de bouw. Dringende aanbeveling is daarom dat u nadere gegevens omtrent constructiedelen uiterlijk zes weken voor de start van de uitvoering van die constructiedelen indient. Vervolgens moet het bevoegd gezag bereid en in staat zijn om de gegevens binnen drie weken na indiening te controleren en de vergunninghouder te informeren over de bevindingen. De aanvrager resteren dan nog drie weken voor de start van de uitvoering om eventuele fouten en tekortkomingen te (laten) herstellen.

Wanneer de aanvullende gegevens voor de bouwvergunning uiterlijk drie weken voor de start van de desbetreffende bouwactiviteiten worden ingediend, voldoet de aanvrager daarmee aan de wettelijke eisen.

Voorkom vertraging en dien aanvullende gegevens tijdig in

Vroeger indienen mag, bij later indienen is het bevoegd gezag gerechtigd om handhavend op te treden (dat wil zeggen: de bouw stilleggen). Verzuimt het bevoegd gezag om de aanvullende gegevens binnen drie weken na indiening goed of af te keuren en de aanvrager daarover te informeren, is de aanvrager gerechtigd om – voor eigen verantwoordelijkheid! – te (laten) starten met de desbetreffende werkzaamheden (tenzij in de omgevingsvergunning anders is aangegeven). Mocht vervolgens tijdens de uitvoering blijken dat er iets niet klopt, dan kan het bevoegd gezag alsnog ingrijpen (c.q. de bouw stilleggen totdat de fouten/tekortkomingen zijn verholpen).

NB:deze gang van zaken verandert drastisch voor projecten die vanaf januari 2024 vallen onder Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Voor die projecten is het de verantwoordelijkheid van de bouwer om bij oplevering aan de hand van een ‘Dossier bevoegd gezag’ aan te tonen dat conform de vigerende bouwregelgeving is gebouwd. Zie ook de borgingsactie Toetsing en handhaving onder de Wkb en het KPCV-document “Borging van constructieve veiligheid onder de Wkb”.