- Toelichting bij de definities
- Het constructeursvak is in beweging. Constructeurs en constructieadviesbureaus kunnen verschillende rollen bekleden in ontwerp-, bouw- en beheerprocessen: ontwerpend constructeur, coördinerend constructeur, deelconstructeur, etc.
Mede naar aanleiding van recente calamiteiten - zoals de instorting van het dak van het AFAS-stadion in 2019 - zijn de rol, taken en verantwoordelijkheden van bijvoorbeeld de coördinerend constructeur volop in discussie.
Zolang de discussie niet volledig is uitgekristalliseerd, blijven ook de definities van de verschillende rollen in beweging. Dat is lastig wanneer partijen in offertes en/of contracten willen verwijzen naar de definities op KPCV. Daarom heeft het KPCV besloten om versiebeheer (met versiehistorie) toe te passen op een aantal definities, die raken aan de kern van de borging van constructieve veiligheid. In onderstaand overzicht zijn de meest actuele definities d.d. 01-02-2022 weergegeven.
Vervallen versies blijven beschikbaar als documenten onder de knop "Bronnen" in het menu van KPCV.
- Opdrachtgever
- De (rechts-)persoon voor wiens rekening het bouwwerk wordt gerealiseerd.
- Ontwerpend constructeur
- Constructeur die het constructief ontwerp maakt, lid van het ontwerpteam.
NOOT:
Het begrip ‘constructeur’ moet in het kader van projectorganisatie worden gelezen als een functionaris. In een juridisch kader en volgens de BRL5022 moet het begrip worden gelezen als de organisatie (constructieadviesbureau of een andere bedrijfsvorm) aan wie deze rol contractueel is toebedeeld.
- Coördinerend constructeur
- Constructeur die in de fasen Uitvoeringsgereed Ontwerp, Uitvoering en eventueel de daaraan voorafgaande fase Technisch Ontwerp de detailuitwerkingen van deelconstructeurs inhoudelijk toetst en de constructieve samenhang bewaakt. De invulling kan al dan niet onder BRL5022 plaatsvinden.
NOOT:
Het begrip ‘constructeur’ moet in het kader van projectorganisatie worden gelezen als een functionaris. In een juridisch kader en volgens de BRL5022 moet het begrip worden gelezen als de organisatie (constructieadviesbureau of een andere bedrijfsvorm) aan wie deze rol contractueel is toebedeeld.
- Hoofdconstructeur
- Constructeur die de functies van ontwerpend constructeur en coördinerend constructeur in zich verenigt.
- Deelconstructeur
- Constructeur die de detailengineering van (een) deelconstructie(s) (in het werk gestorte beton, prefab beton, staal, hout, glas etc.) verzorgt en doorgaans wordt ingeschakeld door de leverancier(s) van die deelconstructie(s).
NOOT:
Het begrip ‘constructeur’ moet in het kader van projectorganisatie worden gelezen als een functionaris. In een juridisch kader en volgens de BRL5022 moet het begrip worden gelezen als de organisatie (constructieadviesbureau of een andere bedrijfsvorm) aan wie deze rol contractueel is toebedeeld.
- Toetsend constructeur
- Ervaren en deskundige constructeur die onafhankelijk en buiten het ontwerpteam opereert, de constructieve ontwerpdocumenten risicogestuurd en minimaal steekproefsgewijs toetst op hoofdlijnen en raakvlakken met andere disciplines.
- Registerontwerper
- Constructief ontwerper (persoon) die is ingeschreven in het Constructeursregister RC/RO
(Zie voor de toelatingseisen tot het Constructeursregister ook https://www.constructeursregister.nl/info/toelatingseisen.
- Registerconstructeur
- Constructeur (persoon) die is ingeschreven in het Constructeursregister RC/RO
(Zie voor de toelatingseisen tot het Constructeursregister ook https://www.constructeursregister.nl/info/toelatingseisen).
- Registertoetser
- Controlerend constructeur (persoon) die is ingeschreven in het Constructeursregister RTa/RTb die onafhankelijk, buiten het projectteam het constructieve ontwerp toetst door middel van eigen analyse, bij voorkeur door middel van schaduwberekeningen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Registertoetser A (RTa) die bouwwerken toetst in de consequence classes CC1 en CC2a;
- Registertoetser B (RTb) die bouwwerken toetst in de consequence classes CC2b en CC3.
De RTa is qua niveau gelijkwaardig aan de RC (Register Constructeur); de RTb is qua niveau gelijkwaardig aan de RO (Register Ontwerper).
Zie voor de toelatingseisen tot het Constructeursregister ook https://www.constructeursregister.nl/info/toelatingseisen.
- Ontwerpleider
- Functionaris die in het ontwerpteam verantwoordelijk is voor de integratie van deelontwerpen van de ontwerpteamleden (stedenbouwkundig, bouwkundig, constructief, bouwfysisch, installatietechnisch).
- Engineeringscoördinator
- Functionaris van het uitvoerend bouwbedrijf, verantwoordelijk voor de procesmatige coördinatie en sturing van de engineering door de leveranciers van deelconstructies.
- Site engineer
- Constructeur in dienst van het uitvoerend bouwbedrijf, die in de uitvoeringsfase de engineering van tijdelijke constructies en voorkomende (beperkte) ontwerpaanpassingen verzorgt.
NOOT:
Het begrip ‘constructeur’ moet in het kader van projectorganisatie worden gelezen als een functionaris. In een juridisch kader en volgens de BRL5022 moet het begrip worden gelezen als de organisatie (constructieadviesbureau of een andere bedrijfsvorm) aan wie deze rol contractueel is toebedeeld.
- Materiaaltechnoloog
- Specialist, doorgaans in dienst van het uitvoerend bouwbedrijf, die op basis van beoogd gebruik, ontwerp, specificaties, normen en richtlijnen adviseert over de toepassing, samenstelling en inkoop van materialen die relevant zijn voor de constructieve veiligheid.
De materiaaltechnoloog is vooral actief in Engineering & Build en Design & Build projecten.
- Installateur
- Uitvoerende partij die de technische installaties aanbrengt in bouwwerken. Het kan voorkomen dat er in een project verschillende installateurs zijn voor elektrotechnische installaties en werktuigkundige installaties.
- Installatie-adviseur
- Specialist die technische installaties voor bouwwerken ontwerpt. In projecten kunnen er verschillende adviseurs zijn voor elektrotechnische installaties en werktuigkundige (klimaat-)installaties.
- Bevoegd gezag
- Overheidsorgaan dat de omgevingsvergunning in het kader van de Wabo verleent. Meestal is dat het college van B&W van de betreffende gemeente, maar soms Gedeputeerde Staten van de provincie en incidenteel de Minister van Infrastructuur & Milieu of de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. In alle gevallen is de gemeente het fysieke loket en het Omgevingsloket Online (OLO).
- BIM
- BIM staat voor Bouwwerk Informatie Model. Een BIM is een digitaal model van een bouwwerk, waarin alle relevante informatie betreffende zijn functionele en fysieke karakteristieken wordt opgeslagen, ontsloten en beheerd en dat een uitgangspunt vormt voor en ondersteunend is aan activiteiten en besluitvorming in de gehele levenscyclus van het bouwwerk. De kern van het BIM is een 3D bouwwerkmodel. Het BIM wordt gedeeld door meerdere belanghebbenden in het bouwproces. Alle gegevens worden in principe maar één keer ingevoerd. De informatie is bovendien continu beschikbaar en altijd actueel. BIM is daarmee een uitstekende tool voor de ondersteuning van geïntegreerd en integraal ontwerpen.
- BIM Coördinator
- Specialist die verantwoordelijk is voor het systeemtechnisch coördineren van het BIM-specifieke aspect van het bouwproces. Technische spil op gebied van het koppelen van gebouwmodellen, aspectmodellen en andere programma’s. Verantwoordelijk voor het inrichten en toetsen van digitale bouwwerkmodellen (model checking & clash control) en het genereren van informatie uit de modellen.
(Bron: BIR Kenniskaart nr. 3 “BIM-rollen en – competenties”
http://www.bouwinformatieraad.nl/main.php?mode=download_cat&cat_id=2)
- BIM Protocol
- Bijlage/annex bij een overeenkomst (contract) waarin eisen en voorwaarden met betrekking tot de juridische aspecten van de toepassing van BIM in een project zijn opgenomen.
(Bron: Nationaal Model BIM Protocol
http://www.bimloket.nl/NationaleModellen-BIM-Protocol-en-Uitvoeringsplan)
- BIM Regisseur
- Procesmanager van het BIM-project. Heeft een regie-voerende rol en is verantwoordelijk voor het stellen van doelen, eisen en randvoorwaarden en het voorbereiden van de BIM-aspecten in contracten en de werkafspraken met de verschillende samenwerkende partijen in het bouwproces (opstellen BIM Protocol, respectievelijk BIM-uitvoeringsplan). Opereert op strategisch en tactisch niveau en brengt als teamspeler partijen bij elkaar.
(Bron: BIR Kenniskaart nr. 3 “BIM-rollen en – competenties”
http://www.bouwinformatieraad.nl/main.php?mode=download_cat&cat_id=2)
- BIM Regisseur OG
- Procesmanager van het BIM-project aan de zijde van de opdrachtgever (OG). Aanspreekpunt voor de BIM Regisseur aan de zijde van de opdrachtnemer (ON).
- BIM Regisseur ON
- Procesmanager van het BIM-project aan de zijde van de opdrachtnemer (ON). Aanspreekpunt voor de BIM Regisseur aan de zijde van de opdrachtgever (OG).
- BIM Uitvoeringsplan
- Document waarin de projectpartners de BIM-gerelateerde (samenwerkings-)afspraken voor het project vastleggen en actueel houden, zodanig dat tenminste wordt voldaan aan de eisen en voorwaarden uit het BIM Protocol en de ILS en optimaal wordt voorzien in de daaruit voortvloeiende informatiebehoeften van de projectpartners onderling
(Bron: Nationaal Model BIM Protocol
http://www.bimloket.nl/NationaleModellen-BIM-Protocol-en-Uitvoeringsplan)
- BIR
- Bouwinformatieraad. In de BIR werken opdrachtgevers, opdrachtnemers, ingenieursbureaus, installateurs, architecten en fabrikanten/leveranciers samen aan de transitie naar bouwen met BIM.
- Constructieve veiligheid
- De veiligheid die een bouwconstructie bezit tegen bezwijken.
- D&B aanbieder
- Partij in het bouwproces die eindverantwoordelijk is voor zowel het ontwerp als de uitvoering.
- Detailengineering
- Het maken van gedetailleerde werk- en prodcutietekeningen (traditioneel) of digitale modellen (BIM werkwijze) en detailberekeningen van draagconstructies en onderdelen daarvan.
- Engineering
- Het berekenen en tekenen (van draagconstructies).
- Eurocodes
- Normen in de NEN-EN 1990 serie met bijbehorende nationale bijlagen voor de beoordeling van de constructieve veiligheid.
- Gecertificeerde bouwplantoets
- Toets van een bouwplan aan het Bouwbesluit, uitgevoerd door een partij die beschikt over een kwaliteitssysteemcertificaat voor het uitvoeren van dergelijke toetsen op basis van de BRL 5071.
- Gevolgklasse
- Klasse waarin een constructie wordt ingedeeld volgens NEN-EN 1990, waarbij de ernst van de gevolgen van bezwijken van de constructie maatgevend is voor de bepaling van de klasse.
- Informatie Leveringsspecificatie (ILS)
- Specificatie van de content, de structuur en de dragers van (BIM-)data die op de door de opdrachtgever gedefinieerde leveringsmomenten moeten worden geleerd aan de opdrachtgever ter ondersteuning van besluitvorming in de diverse fasen van de levenscyclus van het bouwwerk en ter ondersteuning van gebruik, beheer en onderhoud.
(Bron: Nationaal Model BIM Protocol
http://www.bimloket.nl/NationaleModellen-BIM-Protocol-en-Uitvoeringsplan)
- Omgevingsloket Online
- Landelijke digitale voorziening, waar professionele aanvragers hun aanvraag voor een omgevingsvoorziening digitaal kunnen indienen (zie www.omgevingsloket.nl)
- Uitvoerend orgaan
- Organisatie die namens het bevoegd gezag de toetsing, toezicht en handhaving op bouwprojecten uitvoert. Het staat het bevoegd gezag (vooralsnog) vrij om de uitvoering van deze taken te beleggen bij een eigen dienst (BWT), een extern bureau, een regionale uitvoeringsdienst (RUD) of een ander samenwerkingsverband. Het fysieke loket waar men informatie kan krijgen als inzage in bestemmingsplannen e.d. is bij de betreffende gemeente; vooroverleg en planbespreking kan al naar gelang het uitvoerende orgaan op diverse wijzen zijn geregeld.
- Veiligheidscultuur
- Met veiligheidscultuur wordt bedoeld hoe er binnen een organisatie wordt omgegaan met veiligheid. Niet alleen het beleid en de regels van een organisatie bepalen de veiligheidscultuur maar vooral ook de houding, het gedrag, de meningen en het bewustzijn van de personen in een organisatie.
Kennis draagt in belangrijke mate bij aan een veiligheidscultuur. Bij een goed veiligheidsbewustzijn is men bekend met de risico’s of beter gezegd: is men bekend met welke gevaren er kunnen optreden en wat de kans is dat dat ook werkelijk gebeurt als bijvoorbeeld bepaalde maatregelen uit dit Kennisportaal Constructieve Veiligheid niet correct worden opgevolgd. Het gaat om het snappen van het nut en de noodzaak van het toepassen van regels.
Een goede veiligheidscultuur wordt bevorderd door: een open communicatie, met wederzijds respect naar elkaar luisteren en met elkaar meedenken. Elkaar kunnen en willen aanspreken op fouten. Men kan kennis en ervaringen delen en onbevreesd fouten of vergissingen melden.
De veiligheidscultuur waarin organisaties en teams werken bepaalt in belangrijke mate hoe nauwgezet het proces van constructieve veiligheid wordt opgevolgd. Of anders gezegd: de veiligheidscultuur heeft invloed op de constructieve veiligheid van een bouwwerk.
- Veiligheidsladder
- De Veiligheidsladder is een beoordelingsmethode om het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen in organisaties te meten. Hierbij wordt de nadruk op de veiligheidscultuur gelegd. De Veiligheidsladder is bedoeld als maatregel om bedrijven te stimuleren om bewust veilig te werken. Hoe hoger het veiligheidsbewustzijn is in een organisatie, hoe hoger de toegekende laddertrede.
De Veiligheidsladder is de basis van een certificatiesysteem voor verschillende sectoren. Meer informatie over de veiligheidsladder is te vinden op:
http://www.veiligheidsladder.org/