Wel of niet een hoofdconstructeur?
In oktober 2018 verscheen het rapport “Bouwen aan constructieve veiligheid” van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). Aanleiding was de instorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport. Met het verschijnen van het rapport is ook de discussie rond de hoofdconstructeur weer opgelaaid. Velen pleiten voor de “terugkeer van de hoofdconstructeur”. Sommigen vinden zelfs dat dit bij wet moet worden geregeld. En dat terwijl de term hoofdconstructeur op het Kennisplatform Constructieve Veiligheid helemaal helemaal niet meer voorkomt! Hoe valt dit te rijmen?
In de voorganger van het Kennisplatform – het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid – zijn de termen ‘ontwerpend constructeur’ en ‘coördinerend constructeur’ geïntroduceerd. Daarbij is uitgelegd dat dit gaat om een splitsing in de tijd van de rol van hoofdconstructeur. Dat past beter bij de verdeling van verantwoordelijkheden tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bij toepassing van moderne contractvormen. Wel stelde het Compendium dat het – omwille van continuïteit van kennis – voorkeur verdient om beide rollen zoveel mogelijk bij één partij te laten.
De nieuwe termen zijn inmiddels goed ingeburgerd. Daarom besloot de werkgroep KPCV om de term hoofdconstructeur volledig weg te laten op de website. Het heeft nog steeds de voorkeur om de ontwerpend constructeur ook coördinerend constructeur te laten zijn. Maar we kunnen dit moeilijk als voorwaarde voor een goed proces stellen, omdat je daarmee in feite veel voorkomende, nieuwe contractvormen als Engineering & Build uitsluit. Daarbij is de werkgroep van mening dat ook met de wisseling van partij mogelijk is om een goed proces te borgen. De splitsing van rollen maakt het mogelijk om de verdeling van formele verantwoordelijkheid voor constructieve veiligheid tussen opdrachtgever en opdrachtnemer onder alle omstandigheden eenduidig te regelen. Daarnaast is het noodzakelijk om een goede kennisoverdracht tussen ontwerpend en coördinerend constructeur te organiseren. Dat kan door middel van een gedegen overdrachtsdocument en een toelichting op het constructief ontwerp. Wordt dit goed gedaan, dan zijn er ook voordelen aan de splitsing. Een tweede deskundige partij kijkt immers naar het ontwerp!
De term hoofdconstructeur wordt vaak gebruikt voor de partij die alles wat constructieve veiligheid betreft moet gaan oplossen. De terugkeer van de hoofdconstructeur als panacé voor alle constructieve problemen. Dit is niet de oplossingsrichting die het KPCV voorstaat. Constructieve veiligheid is een ketenverantwoordelijkheid. Voor een goed proces is het noodzakelijk dat alle partijen in de keten hun verantwoordelijkheid nemen. Dat wordt eens te meer onderstreept door het OVV-rapport. Het KPCV is geheel rond deze notie opgebouwd en beoogt de ketenpartners daarbij optimaal te ondersteunen.