Het KPCV bevat een schat aan informatie, maar een kritische bezoeker van de site zal ontdekken dat de constructieve veiligheid van bestaande bouw nog onderbelicht is. Dat terwijl we voor een enorme verduurzamingsopgave staan, steeds meer bestaande gebouwen een herbestemming  krijgen, circulariteit hoog op de politieke agenda staat en er bijvoorbeeld alarmerende berichten in de pers verschijnen over staat van onderhoud van onze bruggen!  Niet geheel toevallig komen de jongste partners van het KPCV uit de kring van schade-experts en specialisten op het gebied van onderhoud en aanpassing van bestaande constructies. Samen met de vertegenwoordigers van het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en ProRail – beheerders van een enorm areaal aan gebouwde assets – slaan zij de handen ineen om het KPCV te verrijken met hun expertise en ervaring. Op 18 januari kwamen zij bij elkaar bij Rendon in Arkel voor de aftrap van de KPCV-werkgroep ‘Bestaande Bouw’.

                                                                        De werkgroep
De werkgroep "Bestaande Bouw" in vergadering bijeen in Arkel

De werkgroep richt zich in eerste instantie op de gebruiksfase en zal aanbevelingen formuleren voor de inspectie en het onderhoud van bestaande constructies. Hiervoor zijn al veel kennisbronnen beschikbaar, die de werkgroep waar mogelijk via het KPCV wil ontsluiten. Volgend onderwerp is de borging van constructieve veiligheid bij renovatie en/of hergebruik van bestaande bouwwerken. Belangrijk aandachtspunt is daarbij: hoe beoordeel je de toestand en capaciteit van een bestaande constructie als originele tekeningen en berekeningen onvindbaar blijken?

De werkgroep “Bestaande Bouw” bestaat uit Jurgen Hielema (RVB), Peter Nuiten (Rendon), Corné van der Steen (VABOR), Dieter van Delft (ProRail), Huibert Borsje (TNO), Cees Orij (RWS), Roland Verbrugge (Krekon) en het duo Dick & Dik (KPCV).