Soms denk ik nog wel eens terug aan mijn beginjaren als constructeur. 20 jaar geleden bestond een constructieve berekening uit losse A4’tjes. Op deze blaadjes stonden handgeschreven berekeningen en schematiseringen. De stapel in de ordner groeide langzaam en gestaag. We werkten met de zwaartekracht van boven naar beneden door een gebouw of brug. Na het bepalen van de fundering was de berekening af. Computerberekeningen printten we uit en voegden we als bijlagen toe. In die tijd was er binnen ons bedrijf al sprake van een vier-ogen principe. Op het voorblad stonden twee vakjes met een naam en ruimte voor een paraaf: één vakje voor de constructeur en één voor de controleur. De controlerend constructeur nam de berekening pas in behandeling als de paraaf voor de ‘eigen controle’ was gezet . Na de controle werden eventuele opmerkingen verwerkt en kwam ook de tweede paraaf op het voorblad. Met deze parafen was de berekening af en aantoonbaar goedgekeurd. Deze werd gekopieerd en verzonden …. pr post, in een dikke enveloppe of doos.

De manier waarop we een berekeningsrapport maken, heeft een enorme transformatie ondergaan. Handgeschreven berekeningen maken we bijna niet meer. Voor elk onderdeel is er wel een programma of spreadsheet. We rapporteren uitgebreider in mooie Word rapportages; de eigenlijke berekeningen hebben we bijna volledig verplaatst naar de bijlagen. De interne controle is onderdeel van een ISO kwaliteitssysteem geworden. Het versturen van berekeningen gebeurt per mail, We-transfer of met een upload naar een server.

Ik zie mijzelf niet als nostalgisch persoon die mijmerend terugdenkt aan hoe vroeger alles beter was. De huidige manier van werken heeft heel veel voordelen en ons inzicht in constructies is in de loop der jaren enorm gegroeid. Toch zie ik in de breedte wel een verandering waarvan ik mij afvraag of het een verbetering is: de namen en parafen op het voorblad lijken steeds vaker te verdwijnen.

Is de oorzaak de steeds grotere haast om berekeningen af te krijgen? Valt de collegiale toets nog wel eens tussen wal en schip? Of ligt de oorzaak in het feit dat een paraaf niet meer past in een tijd van kwaliteitscontrole met ‘workflows’ op een server? Een laatste oorzaak die ik onlangs las, was dat het opnemen van namen in een rapport niet meer AVG-proof zou zijn!

Een vraag die bij mij opkwam, is of er met het weglaten van naam en paraaf ook niet een stuk ‘eigenaarschap’ en verantwoordelijkheid verdwijnt? Borging van constructieve veiligheid is juridisch gezien wellicht een bedrijfsmatige zaak, die je kunt afdekken met een intern kwaliteitsproces achter de schermen, maar inhoudelijk gaat het toch vooral ook om vakmanschap en stáán voor je product. Als ik een berekening van derden moet controleren, geeft een voorblad met namen en parafen mij al een eerste geruststelling: hier heeft iemand voor getekend en dus verantwoordelijkheid voor genomen.

Dit thema is in de laatste vergadering van de Partnerraad van KPCV besproken. Vinden wij het met ons allen oké als naam en paraaf van constructieberekeningen verdwijnen? Het antwoord daarop was duidelijk en éénduidig: NEE! Wij vinden dat dit zou moeten blijven.

Ons vak kent geen wettelijke eisen of regels op dit gebied. Maar we hebben wel een lange historie en cultuur op het gebied van kwaliteitsborging. Bij ons bedrijf blijven de vakjes met naam en paraaf op het voorblad van berekeningen staan. Wel, passend bij deze tijd, in gedigitaliseerde vorm. Wat doet u?

Peter de Boer
Sr. constructeur | Registerontwerper (RO)
Antea Group