Goed risicomanagement is heel belangrijk om te komen tot een gevalideerd ontwerp, dat veilig uitvoerbaar is. Om risicomanagement te laten slagen, moet het aansluiten bij de bestaande werkwijzen van het ontwerpteam. Iedereen in ontwerpteam dient betrokken te zijn en verantwoordelijkheid te nemen. Bij het integraal, gezamenlijk opstellen van de risicoanalyse spreken we elkaar aan en geven we invulling aan elkaars risico’s en beheersmaatregelen. Dit versterkt het risicobewustzijn van het team als geheel.

Bij het opzetten van een risicoanalyse spreken de teamleden elkáár aan

Het gaat bij de risicoanalyse dus niet alleen om constructieve veiligheid, maar bijvoorbeeld ook om brandveiligheid of meer in het algemeen: om het risico dat niet aan de vigerende bouwregelgeving wordt voldaan. Ook de risico’s voor arbeidsomstandigheden bij uitvoering van het bouwwerk en veiligheidsrisico’s voor de omgeving van de bouwplaats zijn belangrijk en moeten worden meegenomen.

Bij het uitvoeren van het risicomanagement onderkennen we grofweg de volgende stappen:

  1. Identificeren van (sub)gebeurtenissen die een risico inhouden;
  2. Kwantificeren van het risico (berekenen van de risicoscore);
  3. Vaststellen van de oorzaak;
  4. Kiezen van beheersmaatregelen;
  5. Uitvoeren en monitoren van beheersmaatregelen;
  6. Tussentijds evalueren van beheersmaatregelen en identificeren van restrisico’s;
  7. Kwantificeren van restrisico’s
  8. Borgen van de bronbeheersing van risico’s.

Bij de risicobeoordeling van het aspect constructieve veiligheid is het aandachtsgebied sterkte en stabiliteit tijdens het ontwerp en de realisatie. Een goede beheersing van deze risico’s draagt bij aan een betrouwbaar, onderhoudbaar en veilig eindproduct.

De KPCV Taakgroep Risicomanagement heeft een tweetal risico-analysetools ontwikkeld (in de vorm van een spreadsheet) die u als ontwerpteam kunt inzetten. Ze zijn gebaseerd op de methodiek die de Technical Inspection Services (TIS) hanteren. Het spreekt vanzelf dat het risicomanagement bij complexe bouwwerken meer aandacht vraagt dan bijvoorbeeld in een project met grondgebonden woningen. Maar het is essentieel dat risicomanagement ook voor relatief eenvoudige bouwwerken onderdeel is van de projectbeheersing. Om de risicoanalyse voor deze projecten laagdrempelig te maken, maken we onderscheid naar:

  • een risico-analysetool voor de gevolgklassen (consequence classes) cc1 en cc2a;
  • een risico-analysetool voor de gevolgklassen (consequence classes) cc2b en cc3.

U vindt beide tools in de spreadsheet Risico-analysetools die u hier kunt downloaden. De spreadsheet bevat een tabblad aan de hand waarvan u kunt bepalen in welke Consequence Class (CC) uw bouwwerk valt. Verder is er voor elk van de beide tools een toelichting, c.q. instructie beschikbaar in de spreadsheet.

Naast het inventariseren en analyseren van risico’s id het genereren van bijpassende beheersmaatregelen uiteraard net zo belangrijk. Diverse brancheorganisaties helpen hun achterbannen daarbij. Zo publiceert de Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken (NVAF) diverse richtlijnen die zijn gericht op veilig werken. In dit document wordt betoogd hoe de juiste veiligheidsmaatregelen ook gunstig kunnen uitwerken voor de constructieve veiligheid.

In een Wkb-project (zie het document “Borgen van constructieve veiligheid onder de Wkb”) maakt ook de door de initiatiefnemer/opdrachtgever aan te stellen kwaliteitsborger een risicobeoordeling. De kwaliteitsborger richt zich in principe alleen op risico’s van het niet-voldoen aan de eisen uit het Bbl (dus niet op omgevingsveiligheid, arbeidsveiligheid en dergelijke). Het is zaak om de risicoanalyses uit te wisselen en af te stemmen en met de kwaliteitsborger de betreffende beheersmaatregelen te bespreken.

In iedere fase kunnen weer nieuwe risico’s aan het licht komen. Risicomanagement vraagt daarom constante aandacht en het uitvoeren van de risicoanalyse is géén eenmalige exercitie! Ook als de opdracht voor het ontwerpteam afloopt, gaat het risicomanagement door. U draagt daartoe het risicodossier over aan de verantwoordelijken in de volgende projectfase, samen met de andere overdrachtsdocumenten of -data.